Verpleegkundige Janneke kreeg zelf borstkanker: ‘Het is vreselijk eng om ziek te zijn’
Hoe is het om als verpleegkundige zelf ineens patiënt te zijn? Verandert het je kijk op de zorg? Janneke Pronk was pas 31 toen ze borstkanker kreeg. Nu – zeven jaar later – blikt ze terug.
‘Mijn relatie was net beëindigd en ik was een nieuwe fase in mijn leven begonnen. Eentje waar ik veel zin in had: ik werkte met plezier op de afdeling Neurochirurgie van het Haags Medisch Centrum Westeinde, voelde me super en zag mijn toekomst zonnig in.
Schrik
Tot ik na het hardlopen een bult op mijn borst ontdekte. Wat een schrik! Een kleine week later kreeg ik de diagnose: kanker. Ik was zó teleurgesteld in mijn lijf. Hoe kon het zo ziek worden, terwijl ik gezond at en veel sportte?
Overgeven aan collega’s
Ik ging een traject in van operatie, bestraling, chemo en hormoontherapie. Of ik het moeilijk vond de controle uit handen te geven? Nee, want die was ik al kwijt. Mijn lichaam had besloten ziek te worden, en ik kon niet anders dan me overgeven aan mijn collega’s. Gelukkig was hun zorg heel goed!
Kundig en lief
Neem de afdeling Radiologie. Ik had daar al zo vaak een patiënt naartoe gebracht voor een foto, echo, scan of MRI. Maar nu pas merkte ik hoe meelevend en ondersteunend de collega’s van die afdeling zijn. Ik was hartstikke bang, maar ze hebben me elke keer geweldig opgevangen. Ook op Oncologie waren de artsen en verpleegkundigen allemaal heel kundig en lief.
Respect voor de zorg
Door mijn ziekte heb ik nog meer respect gekregen voor de zorg. Als verpleegkundige verleen je een deel van de totale zorg, maar als patiënt zie je ineens hoe mooi alle radartjes van de verschillende disciplines in elkaar passen. Iedereen in het team werkt samen om jou beter te maken.
Praten is belangrijk
Ik weet nu hoe vreselijk eng het is om ziek te zijn. En hoeveel dat doet met je omgeving. Ik werk tegenwoordig op de Cardio Care Unit. Daar zie ik veel patiënten die zich na een hartinfarct groot lijken te houden. Ik vertel ze dat het heel normaal is om verdrietig, boos of bang te zijn. Als ze willen praten, ben ik er voor ze. Dat geldt ook voor hun naasten. Ik vraag altijd hoe het met hen gaat en hoop dat ze over hun gevoelens kunnen praten. Want als je daaraan voorbijgaat, kun je later problemen krijgen.
Stoer doen
Dat heb ik zelf ook ervaren. Toen ik ziek was, heb ik mij steeds heel stoer voorgedaan. Iedereen om mij heen was enorm verdrietig en geschrokken. Om het niet erger te maken, deed ik altijd maar of ik het allemaal prima aankon.
Verdrietig, boos en bang
Na de behandelingen heb ik wat gesprekken gehad met een maatschappelijk werker. Ook tegen haar deed ik of het prima ging. Tot ze zei: “Oké, en vertel nu maar eens hoe het écht gaat.” Toen brak ik. Het ging helemaal niet goed. Ik was verdrietig, boos en bang.
Beter of niet?
Tijdens de behandelingen ga je gewoon door. Maar daarna begint de onzekerheid. Ben ik nu beter? Of toch niet? Het heeft wel drie jaar geduurd voor ik niet meer zo ontzettend bang was en bij elk pijntje dacht: de kanker is terug.
Fijn werk
De maatschappelijk werker heeft me geholpen die angst een plek te geven. Ik zit weer goed in mijn vel. En meer dan ooit realiseer ik me: wat is het fijn dat ik als verpleegkundige het leven van patiënten die een vreselijke tijd doormaken, een stukje draaglijker kan maken.’
Colofon: FloorZorgt is jouw online zorgmagazine! Op dit moment lezen 80.000 unieke zorghelden mij maandelijks. Door middel van inspirerende blogs, relevante producten (kijk snel in mijn webshop!) mooie artikelen en zorgnieuws houd ik jou op de hoogte van alle ontwikkelingen in de zorg. Heb je mijn mobiele app al gedownload en volg je mij al op Facebook, Instagram of Linkedin? Wil je adverteren? Stuur me dan een mailtje en ik neem z.s.m. contact met je op of bekijk de mogelijkheden alvast hier. Ook ik maak weleens een foutje ;-) Heb je er één gezien? Mail het me. Ik ben je dankbaar!
Reageren op dit bericht?
Om te kunnen reageren op dit bericht moet je ingelogd zijn. Klik hier om in te loggen.