Zo kun je omgaan met onbegrepen gedrag in het verpleeghuis

Zoals ik in dit blog beschreef, word ik op mijn werk geregeld uitgescholden of geknepen door cliënten met vergevorderde dementie. Gaandeweg heb ik enkele dingen geleerd die naar mijn idee uitkomst bieden bij dit soort onbegrepen gedrag.

Mijn 5 tips die je kunnen helpen om te gaan met onbegrepen gedrag in het verpleeghuis:

1) Structuur

Het allerbelangrijkste. Het lijkt vanzelfsprekend, maar in de praktijk gaat dit vaak mis. Zeker met de huidige personeelstekorten is er sprake van veel wisseling van personeel. Wij werken ook vaak met zzp’ers. Daar zijn wij erg blij mee, maar des te belangrijker is het om de dagelijkse structuur van de cliënten goed op papier te zetten en te bewaken. Als iedereen zich hieraan houdt, zorgt dit bij de cliënt voor de meeste duidelijkheid en rust.

2) Aangepaste verzorging

Binnen onze doelgroep zijn we ontzettend gebaat bij PDL (Passiviteiten van het Dagelijks Leven). Kort gezegd komt het er op neer dat je de verzorging volledig aanpast aan de fysieke en psychische situatie van de cliënt. Dat kan door middel van bejegening, maar ook bijvoorbeeld door aangepaste kleding die eenvoudiger aan- en uit te trekken is. Doel is dat de zorg niet langer een ‘strijd’ is, maar op een zo rustige en prikkelarm mogelijke manier verloopt.

3) Omgeving aanpassen

Naast PDL bestaan er ook trainingen rondom de Brein Omgevings Methodiek (BOM). Dit is een benadering vooral gericht op de omgeving waarin de cliënt woont. Hierbij kijk je naar drie pijlers: de fysieke omgeving, de bejegening en communicatie met mensen met dementie en de collega’s en tot slot de werkprocessen. Kleine aanpassingen zoals schoenen met zachte zolen of sfeervolle verlichting kunnen al een wereld van verschil maken.

4) Rust uitstralen

Durf kritisch te kijken naar je eigen gedrag en dat van collega’s. Op het moment dat jij gejaagd doet, zal de cliënt dit ook merken. Zorg dat je, ondanks de tijdsdruk, toch rust, warmte en geborgenheid uitstraalt en uitdraagt. Als jij dit doet, zal de cliënt zich naar jou gaan spiegelen en vaak meegaan in jouw tempo.

5) Time-out

Tot slot: soms werkt niets uit het rijtje van bovenstaande acties en is het onrustige gedrag onverklaarbaar. In die gevallen wil een time-out nog weleens helpen. Wat dan kan helpen is de cliënt even een half uurtje rust gunnen om daarna het zorgmoment weer te hervatten.