Hospiceverpleegkundige Esther - 'Zo mystiek als de dood is, zo mystiek is het sterven'

Is er leven na de dood? Deze vraag wordt vaak gesteld in het hospice. Een vraagstuk waar je je, als je ongeneeslijk ziek bent of als naaste mee bezighoudt. Het is wat mensen zich al duizenden jaren afvragen en wat op wetenschappelijke basis niet te bewijzen valt. Niemand kan het navertellen, het is niet te meten en daardoor ook niet te weten.
Toch is er een wetenschappelijk onderzoek geweest door cardioloog Pim van Lommel. Hij deed ruim dertig jaar onderzoek naar bijna-doodervaringen (BDE) bij patiënten die een hartstilstand hadden overleefd. Hij publiceerde hierover in het gerenommeerde tijdschrift The Lancet in 2001, en schreef in 2007 de bestseller ‘Eindeloos Bewustzijn’.
Volgens van Lommel is een BDE niet te herleiden tot zuurstoftekort, en het verandert mensen blijvend. De heersende, materialistische visie van artsen op de relatie tussen hersenen en bewustzijn is te beperkt om het verschijnsel te kunnen duiden, want ons bewustzijn kan soms ook los van ons lichaam ervaren worden. Met zijn wetenschappelijke visie maakte Van Lommel veel los bij zowel medici als mensen die een BDE hebben meegemaakt. (www.Pimvanlommel.nl)
Er zijn dus wel bewijzen, maar deze worden door de wetenschap niet aangenomen. Ook in de opleiding tot verpleegkundige wordt hier weinig aandacht aan besteed. Het valt al gauw onder ‘geloof’, wat geloof jij? Wat denk jij? want tja… het ultieme bewijs is er gewoon niet, alleen ervaringen.
Pim van Lommel is een grote inspiratie voor mij. Ik heb hem mogen ontmoeten en met hem mogen dineren vooraf aan één van zijn vele lezingen die hij door het land geeft. Het hospice had hem hiervoor uitgenodigd en in die tijd (toen ik er nog niet werkte) was mijn partner secretaris van het hospice. Ik had net mijn opleiding afgerond en was op zoek naar een nieuwe uitdaging. ‘Wat het ook wordt, blijf aan het bed!’ Dat was zijn dringende advies aan mij. Dit na een bijzonder gesprek in een bijzonder gezelschap: een vrouw met een bijna-doodervaring, Pim van Lommel, de penningmeester en secretaris van het hospice, en ik: als partner van de secretaris en tevens verpleegkundige in de wijk.
Het gesprek ging over leven na de dood, wat je als gezond mens allemaal ziet en ervaart bij iemand die overlijdt of overleden is. Na het vertellen van mijn eigen ervaringen zal ik nooit de hand van Pim van Lommel vergeten die mij vastpakte. Met indringende ogen zei hij bijna sommerend: ‘Blijf aan het bed!’
Een paar maanden hierna kreeg ik een aanstelling als verpleegkundige in hetzelfde hospice als waar ik over sprak en waar ik alweer bijna vier jaar werkzaam ben. Ik denk nog vaak aan dhr. Van Lommel en zijn onderzoek en wijze uitspraken. Net zoals een paar weken geleden:
Een zoon zit wakend bij zijn moeder. Haar ademhaling is reutelend en onregelmatig. Haar gezicht is klam en haar gelaat is grauw. Soms stopt haar ademhaling even. Allemaal tekens dat haar stervensfase is begonnen.
Een serene stilte is voelbaar. Het voelt anders dan de ‘gewone’ stilte wanneer iedereen heerlijk ligt te slapen. Het is een onverklaarbare stilte. Een stilte die als een zwaargewicht neerdaalt in de kamer van de stervende vrouw. De zwaarte drukt alle onnodige geluiden weg, maar versterkt ook tegelijkertijd weer andere geluiden. Zo klinkt het tikken van de klok en de ademhaling van mevrouw luider.
Haar zoon, een nuchtere man die werkt in de bouw, houdt zijn moeder nauwlettend in de gaten. Hij zit op het opklapbedje naast haar bed. Ik neem naast hem plaats bij het voeteinde en zeg niets. Ik kijk met hem mee en observeer. Haar onrustige ademhaling stokt bij het horen van de stem van haar zoon. Zijn donkere stem vertelt over het leven van zijn moeder, over zijn leven als kind. En terwijl hij praat doet zij haar ogen open en wordt haar ademhaling weer regelmatig.
‘Haar ogen zijn leeg, ze is er niet meer’, zegt haar zoon. ‘Ze kijkt wel maar ziet me niet.’ Haar blik is donker, ze kijkt haar zoon aan, maar lijkt toch ook weer niets te zien. ‘Hoelang duurt het nog denk je?’, vraagt hij me. Door ervaring moet ik hem vertellen dat ik het niet weet. Wat ik wel weet is dat zij zich in de stervensfase bevindt maar hoelang het duurt? Dat is bij ieder mens verschillend. In de toestand zoals zijn moeder nu is, duurt het soms een half uur. Maar ook maken we mee dat het soms nog dagen duurt. We kunnen het echt niet voorspellen. Zo mystiek als de dood zelf is, zo mystiek is het sterven.
De donkere stem van haar zoon gaat door: ‘Ze is er niet meer. Maar waar ze wel is zou ik ook niet weten. Dat zie ik later wel als ik het zelf ervaar, want niemand is ooit teruggekomen om het na te vertellen.’ Na zijn conclusie vertelt hij weer volop over zijn jeugd, over het opgroeien tot man en over de hechte relatie met zijn moeder. Na een uurtje sta ik op en ga mijn ronde doen bij de andere gasten. De zoon gaat ondertussen even naar het toilet. We verlaten dus beiden de serene stilte om even bezig te zijn met andere dingen.
Een paar minuten later alarmeert hij. Ik snel naar de kamer en zie zijn moeder hem met heldere ogen aankijken. ‘Ze is er weer!’, zegt hij geschrokken. De ademhaling van zijn moeder is krachtig, haar lichaam onrustig en kreunt bij iedere beweging. Ik vraag de zoon om haar hand vast te pakken en druk ondertussen een extra dosis morfine (pijnmedicatie) bij via de pomp waar ze op aangesloten zit.
De zoon praat geruststellend tegen zijn moeder en kijkt haar liefdevol aan. Hierna sluit ze haar ogen en haar lichaam ontspant weer. ‘Daar gaat ze weer’, zegt de zoon. Ik neem weer plaats aan het uiteinde van het bed. De serene stilte is weer hoorbaar: het tikken van de klok, de onregelmatige en reutelende ademhaling van moeder en de warme stem van haar zoon die weer verdergaat met haar levensverhaal en dat van zichzelf.
Om half vijf in de ochtend sterft ze in ons bijzijn. Het tikken van de klok is niet meer hoorbaar, haar ademhaling is stil en de warme stem van haar zoon verandert in een ontroostbaar gehuil. De verandering van waken naar verdriet is intens. Na een half uur is er ineens volop activiteit. Hij belt zijn zus en ik ga de dienstdoende huisarts bellen om te schouwen.
Binnen een uur ontvang ik zijn verdrietige zus en de arts. Ondertussen houd ik de andere gasten in de gaten en instrueer ik de zoon om de uitvaartondernemer te bellen voor de laatste zorg. De serene stilte is voor even vergeten.
Tot het moment dat de laatste zorgmedewerkers arriveren. Ze komen binnen via de voordeur die al voor ze op een kier staat. Vol respect en gemeend condoleren ze de zoon en dochter en laden hierna de kist uit die met zorg uitgekozen is.
Ik sta met de dochter bij een herdenkingsbord in de hal. Het is een kunstwerk van gouden bladeren waar allemaal knoopjes op zitten geplakt. Elk knoopje is een persoonlijk knoopje van een overleden gast. Deze wordt door de familie bij het nagesprek op een goud boomblaadje geplakt als nagedachtenis aan onze overleden gast.
Op het moment dat de kist wordt binnengedragen vliegt er een nachtvlinder achter het bord vandaan. Het vliegt naar de deur van de kamer en gaat op de deur zitten. Zodra de laatste zorgmedewerkers de kist de kamer indragen, vliegt de vlinder mee naar binnen. ‘Hey!’, zegt de dochter, ‘dat is mijn moeder!’
‘Nee joh’, zegt de zoon, ‘dat is een mot.’
Er is geen bewijs van leven na de dood. Het enige wat er is, zijn de ervaringen. Bijzondere ervaringen die ook wel toeval genoemd worden. Ik ben dankbaar getuige te mogen zijn van de vele bijzondere ervaringen die mij toevallen. Net als de toevalligheid om Pim van Lommel tegen te komen om vlak daarna gevraagd te worden om in het hospice te komen werken. Zo mystiek als de dood is, zo mystiek is het sterven. En daarbij wil ik toevoegen: zo mystiek is het leven.
Dit is Esther:
Ik ben Esther en werk na 18 jaar in de wijk sinds 2019 als hospiceverpleegkundige bij Careyn DWO/NWN. Het werken in een hospice brengt mij veel ervaringen, bijzondere momenten, inzichten en emoties. Schrijven helpt me om te verwerken wat ik allemaal meemaak. Met het delen van mijn verhalen wil ik graag het taboe rond de laatste fase van het leven doorbreken. Want we praten er niet graag over, weten er niet veel van en willen er al helemaal niet aan denken. De laatste levensfase is echter niet alleen verdriet, maar net zoals in het ‘normale’ leven is er ook lachen, genieten, huilen, sarcasme, lol, boosheid en ja, zelfs feesten. Ik schrijf verhalen en gedichten om deze fase van het leven in het licht te zetten. Meer verhalen lezen? Klik hier voor mijn Facebookgroep: ‘De laatste bladzijde -hospice verhalen en gedichten-.'
De verhalen van hospiceverpleegkundige Esther zijn gebundeld in het boek 'De laatste bladzijde', dat je HIER kunt bestellen.
Colofon: FloorZorgt is jouw online zorgmagazine! Op dit moment lezen 80.000 unieke zorghelden mij maandelijks. Door middel van inspirerende blogs, relevante producten (kijk snel in mijn webshop!) mooie artikelen en zorgnieuws houd ik jou op de hoogte van alle ontwikkelingen in de zorg. Heb je mijn mobiele app al gedownload en volg je mij al op Facebook, Instagram of Linkedin? Wil je adverteren? Stuur me dan een mailtje en ik neem z.s.m. contact met je op of bekijk de mogelijkheden alvast hier. Ook ik maak weleens een foutje ;-) Heb je er één gezien? Mail het me. Ik ben je dankbaar!
Reageren op dit bericht?
Om te kunnen reageren op dit bericht moet je ingelogd zijn. Klik hier om in te loggen.