Hospiceverpleegkundige Esther - 'Ik wil mijn kleinkinderen zien opgroeien en mijn kinderen niet missen. Als ik dood ben, zie ik ze nooit meer!'

Esther-meneer-Veenstra

Hospiceverpleegkundige Esther deelt in deze blog het hartverscheurende verhaal van meneer Veenstra. Meneer Veenstra (89) is opgenomen in een hospice nadat hij te horen heeft gekregen dat hij terminaal is. 'Hij huilt met harde uithalen en met een kinderlijke stem roept hij: 'Ik wil niet dood, ik wil niet dohoood!'

Meneer Veenstra (89) oogt bij zijn opname angstig. Hij is niet veel mensen om zich heen gewend. De laatste 20 jaar woont hij na de dood van zijn vrouw alleen. Meneer Veenstra is geen prater en altijd erg op zichzelf. De opname is spannend; het afscheid van zijn eigen huisje valt zwaar. Na jarenlange onderzoeken en behandelingen voor zijn prostaatkanker is er niets meer voor hem te doen om de uitzaaiingen tegen te houden. Meneer heeft te horen gekregen dat hij terminaal is.

In de eerste dagen in het hospice bevindt hij zich in een fase van rouw en verdriet na het horen van het slechte nieuws. Het is aandoenlijk om hem zo te zien. Hij huilt met harde uithalen en met een kinderlijke stem roept hij: 'Ik wil niet dood, ik wil niet dohoood!'

Ook emoties van boosheid komen eruit als bijvoorbeeld het bezoek niet op tijd komt uitdagen. Hier blijft hier dan humeurig en klagend in hangen totdat ze komen. Of lacht het uiteindelijk weg omdat hij verkeerd in zijn agenda heeft gekeken. Het enige wat we voor hem kunnen doen als hij in zijn emoties zit (is zoals wij dat altijd benoemen): ‘nabijheid geven en een luisterend oor bieden’.

Na verloop van tijd vindt meneer Veenstra zijn draai in het hospice. Was hij thuis meestal alleen met af en toe bezoek, zo wordt hij hier omringt door meer bezoek en liefdevolle verzorging van vrijwilligers en verpleegkundigen. Meneer krijgt weer praatjes, of liever gezegd: spraakwater! Wat heerlijk vindt hij het om over zijn leven te vertellen. Ieder hoofd wat bij hem om een hoekje komt kijken, wordt meteen beladen met de mooiste verhalen. Ook komt er een bijzonder mooie lach tevoorschijn die wij steeds meer te zien krijgen. Een grote lach met een open mond zonder tanden (want zijn gebitsprothese past niet meer en doet pijn in zijn mond). Zijn lach tovert een lach op je eigen gezicht.

De maaltijden beleeft hij op zijn eigen vertrouwde manier. Afgezonderd van de rest van het gezelschap van de grote tafel. Aan een tafeltje samen met een meneer die ook erg op zichzelf is. Zonder woorden nuttigen zij wekenlang samen, in stilte, hun maaltijden. Af en toe meelachend met de verhalen die vanaf de grote tafel komen. Eenmaal weer in zijn kamer, neemt hij weer plaats op zijn ‘troon’ (een mooie paarse sta-op-stoel) met een warme deken over zijn benen, waaronder zijn katheter schuilt. Klaar voor het volgende hoofdje om de hoek, om zijn verhalen weer kwijt te kunnen.

Het mooiste hoofdje om de hoek voor hem, buiten zijn kinderen en kleinkinderen, was een vrijwilliger die koster was in zijn kerk. Tranen rolden over zijn wangen toen hij hem zag. Meneer Veenstra is een gelovig man. Zijn geloof geeft hem kracht en hij is daarom ook niet bang om te sterven. Hij weet dat zijn schepper hem komt ophalen. Hij weet dat hij naar een andere wereld gaat waar hij zijn geliefde vrouw weer gaat ontmoeten. Een wereld die iedere voorstelling te boven gaat. De koster herinnert hem aan zijn vertrouwde kerk. Samen halen ze verhalen op. Zondag is een bijzondere dag voor hem. Dan komt zijn zoon en kijken ze samen via de laptop naar de wekelijkse kerkdienst. Zijn afscheidsdienst heeft hij al in zijn hoofd. Met tranen en zijn ogen vertelt hij vol trots wat hij met zijn kleinkinderen heeft afgesproken. Zij gaan een gedicht voorlezen in de dienst.

Meneer Veenstra krijgt een mooie opleving in het hospice. Maar zijn diepliggende verdriet komt omhoog als iedereen naar huis is, en de lichten uitgaan om te gaan slapen. Dan komen de tranen weer en zijn aandoenlijke kinderlijke stem die herhaalt: ‘Ik wil niet dood, ik wil niet dood, ik ga dood!’

Diep in de nacht heb ik een verhelderend gesprek met hem. Ik vraag hem naar zijn verdriet, of dit angst is. Want door zijn rotsvaste vertrouwen in Zijn Heer, begrijp ik dat de angst niet in het overlijden zit. ‘Bent u bang voor de dood of het overlijden?’, vraag ik als hij ontroostbaar en onrustig is waardoor hij niet kan slapen. ‘Neeee’, antwoord hij vastberaden. ‘Ik wil mijn kleinkinderen zien opgroeien en mijn kinderen niet missen. Als ik dood ben zie ik ze nooit meer!’ En dan begrijp ik het: meneer Veenstra is dan wel bijna 90 jaar, maar nog lang niet klaar met het leven! Hij wil het leven nog niet loslaten, hij wil er niets van missen.

Zijn verblijf ervaart hij als geweldig. Hij ziet zijn kinderen vaker dan ooit. Zijn ziekte neemt echter steeds meer de overhand en hij gaat verder achteruit. Zo ver, dat de tijd daar is om afscheid te nemen van zijn geliefde wereld. Zijn roep om niet dood te willen, blijft tot het allerlaatst aanwezig. Dat blijkt door de manier waarop hij overlijdt.

Zijn dochter slaapt bij hem in de nacht dat hij overlijdt. Vlak naast hem in het koppelbed dat aan zijn bed is bevestigd. Zij kan hem als geen ander rustig maken door haar aanwezigheid. Meneer Veenstra is bijna niet meer aanspreekbaar en glijdt in een comateuze toestand waaruit hij steeds wakker schiet met zijn armen in de lucht en zijn ogen wijd open. Al kan hij niet meer praten, zijn lichaam roept: ‘Ik wil niet dood!’ Zijn dochter pakt dan liefdevol zijn hand vast waarnaar de rust weer terugkeert. Totdat de rust wordt verstoord door een eindeloze stilte.

Ga maar. Het is goed. En met zijn allen hopen we dat hij met zijn eigen ‘hoofd’ af en toe eens om een hoekje mag komen kijken. Waar hij zich ook bevindt. Even kijken naar zijn geliefden. Hoe het met hen gaat. En hoe zijn kleinkinderen groeien naar volwassenheid.

Dit is Esther:

Ik ben Esther en werk na 18 jaar in de wijk sinds 2019 als hospiceverpleegkundige bij Careyn DWO/NWN. Het werken in een hospice brengt mij veel ervaringen, bijzondere momenten, inzichten en emoties. Schrijven helpt me om te verwerken wat ik allemaal meemaak. Met het delen van mijn verhalen wil ik graag het taboe rond de laatste fase van het leven doorbreken. Want we praten er niet graag over, weten er niet veel van en willen er al helemaal niet aan denken. De laatste levensfase is echter niet alleen verdriet, maar net zoals in het ‘normale’ leven is er ook lachen, genieten, huilen, sarcasme, lol, boosheid en ja, zelfs feesten. Ik schrijf verhalen en gedichten om deze fase van het leven in het licht te zetten. Meer verhalen lezen? Klik hier voor mijn Facebookgroep: ‘De laatste bladzijde -hospice verhalen en gedichten-.'

De verhalen van hospiceverpleegkundige Esther zijn gebundeld in het boek 'De laatste bladzijde', dat je HIER kunt bestellen.

Colofon: FloorZorgt is jouw online zorgmagazine! Op dit moment lezen 80.000 unieke zorghelden mij maandelijks. Door middel van inspirerende blogs, relevante producten (kijk snel in mijn webshop!) mooie artikelen en zorgnieuws houd ik jou op de hoogte van alle ontwikkelingen in de zorg. Heb je mijn mobiele app al gedownload en volg je mij al op Facebook, Instagram of Linkedin? Wil je adverteren? Stuur me dan een mailtje en ik neem z.s.m. contact met je op of bekijk de mogelijkheden alvast hier. Ook ik maak weleens een foutje ;-) Heb je er één gezien? Mail het me. Ik ben je dankbaar! 

You have already unliked it!