Medische afkortingen die je moet kennen - deel 2

1) SOG = specialist ouderengeneeskunde

Dit is een arts die gespecialiseerd is in medische zorg voor kwetsbare ouderen en chronisch zieken. Denk aan bijvoorbeeld dementie, parkinson, hartfalen, beroerte etc. 

2) PI = perifeer infuus

Dit is een gewoon infuus. Deze wordt meestal ingebracht in een ader op de onderarm. Door middel van een infuus kan medicatie of vocht worden toegediend.

3) CAD = urinekatheter

Een blaaskatheter heeft als doel om de urineblaas te legen. Bij een langdurige katheterisatie wordt er gebruik gemaakt van een verblijfskatheter. Verblijfskatheters worden in de Nederlandse gezondheidszorg dikwijls aangeduid met de afkorting CAD.

4) AED = automatische externe defibrillator

Extern wil zeggen dat het apparaat buiten het lichaam van een slachtoffer wordt gebruikt. Het is een draagbaar apparaat dat het hartritme weer kan herstellen bij een hartstilstand. 

5) ZZP = zorgzwaartepakket

Een zorgzwaartepakket is een omschrijving van hoeveel zorg en van welke soort zorg (en/of begeleiding) iemand recht heeft. 

6) LVB = licht verstandelijke beperking

Mensen met een licht verstandelijke beperking hebben beperkingen in hun cognitieve ontwikkeling en in hun sociaal aanpassingsvermogen. 

7) PDL = passiviteiten van het dagelijks leven

Een methode die bestaat uit handelingen, voorzieningen en maatregelen dat bijdraagt aan een optimale begeleiding, verzorging of verpleging van 'passieve' patiënten.

8) MIC = meldingen incidenten cliënten

Een oplossing voor zorginstellingen om snelle en consistent Incidentmeldingen te doen van Cliënten. Zorginstellingen gebruiken de afhandeling van incidentmeldingen als instrument om de kwaliteit van hun dienstverlening te verbeteren. 

9) MRSA = methicilline resistente staphylococcus aureus

Een 'ziekenhuisbacterie' dat vooral in ziekenhuizen uitbreekt. De MRSA bacterie is ongevoelig (resistent) voor een behandeling met antibiotica. MRSA bacteriën zijn onderdeel van de bijzonder resistente micro-organismen. 

10) Gv = geestelijk verzorger

Een geestelijk verzorger biedt begeleiding, hulpverlening en advisering bij zingeving en levensvragen. Zoals bij ziekte, dood, geboorte en huwelijk. Een geestelijk verzorger begeleidt door middel van gesprekken, actief luisteren en rituelen. 

11) EVV = eerst verantwoordelijke verzorgende 

Een EVV'er is ervoor verantwoordelijk dat de zorg die iemand krijgt, goed op elkaar is afgestemd. Hij/zij bewaakt dit proces.

12) ASS = autismespectrumstoornis 

Een ontwikkelingsstoornis waarbij de informatieverwerking in de hersenen verstoord is.

13) NTBR = not to be resuscitated

Wilsverklaring dat iemand niet gereanimeerd wil worden. Dan heeft de patiënt een polsbandje om met aan de binnenzijde een NTBR-sticker.

14) EBP = evidence based practice

EBP is op een oordeelkundige manier gebruik maken van de nieuwste en beste onderzoeken (bewijsmateriaal) om de juiste zorg te bieden. Daarbij hou je ook rekening met de voorkeur en wensen van de zorgvrager.

15) TIA = transient ischemic attack

Bij een TIA (Transient Ischaemic Attack) is er sprake van een tijdelijk verminderde bloedtoevoer in de slagaderen van de hersenen. Omdat de symptomen kort aanhouden, wordt een TIA ook wel gezien als een lichte beroerte.