ADL, CVA, EPD en 7 andere medische afkortingen die je als zorgstudent moet kennen

1) Vpk = verpleegkundige

‘Nagevraagd bij vpk.’ Dat was iets wat ik ontzettend veel zag staan in rapportages. Op zich was het niet zo moeilijk te raden wat deze afkorting betekende, maar toch vond ik het als student altijd een beetje gek staan. Is het nou zoveel moeite om ‘verpleegkundige’ te typen? Nu ben ik zelf degene waarnaar met vpk verwezen wordt in rapportages…

2) Def. = defecatie

Dit woord kwam ik wel tien keer per dag tegen: ‘Mevrouw heeft geen def. gehad,’ of ‘Def. blijft al drie dagen uit.’ Wat bedoelden ze daar toch mee? Toen ik ‘incontinent van def.’ zag staan, viel het kwartje eindelijk. Def. betekent stoelgang. Het is de afkorting van het Latijnse ‘defecatie’ of ‘defaecatie’, wat letterlijk het laten gaan van ontlasting betekent.

3) Inco = incontinentiemateriaal

De afkorting voor incontinentiemateriaal. ‘Inco’ wordt zo vaak gebruikt, dat het voor sommigen misschien inmiddels een jeukwoord geworden is. Ook voor mij, maar ik heb geen idee hoe ik het anders moet noemen. Hebben jullie suggesties?

4) BIG = Beroepen Individuele Gezondheidszorg

Als je een opleiding tot verpleegkundige of verzorgende volgt, weet je dat je na je diplomering BIG-geregistreerd moet staan om je beroep uit te kunnen oefenen. Die registratie geeft aan dat je bekwaam bent om verpleegtechnische handelingen uit te voeren. Maak je een grote fout of doe je iets anders wat niet door de beugel kan? Dan kun je je BIG-registratie verliezen.  

5) MIC, MIP en VIM

Toen een cliënt me in het gezicht spuugde, zei een collega dat ik toch echt even een MIC in moest vullen. Dat is een formulier waarmee je een incident op de zorgwerkvloer kunt melden, letterlijk: Melding Incidenten Cliënten. Op elke stage heette dit formulier weer anders. Zo had je ook de MIP (Melding Incidenten Patiënten) en de VIM (Veilig Melden Incidenten). Verwarrend!

6) CVA = Cerebro Vasculair Accident

In de volksmond noem je dit een beroerte, maar CVA is één van de meest gebruikte woorden van het zorgjargon, eentje die je beslist moet kennen! Een Cerebro Vasculair Accident is de overkoepelende term voor hersenbloeding en herseninfarct.   

7) RM = Rechtelijke Machtiging

Deze term kom je vooral tegen in de psychiatrie. Wanneer een cliënt een rechtelijke machtiging heeft, betekent dit dat diegene gedwongen is opgenomen. Opname met een RM kan alleen wanneer iemand een psychiatrische aandoening heeft die zorgt voor gevaar voor zichzelf of voor de omgeving. 

8) EPD = Elektronisch Patiëntendossier

Als een collega vlak voor het einde van je dienst vraagt of je dit of dat nog even in het EPD wilt zetten, betekent dit dat jij nog snel iets digitaal moet rapporteren. Aan de slag dus!

9) ADL = Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen

‘Kun jij meneer De Vries vandaag helpen met de ADL?’ Als je die vraag krijgt, mag je meneer De Vries helpen met de dagelijkse handelingen die hij zelf niet meer kan. Wat dit concreet betekent, is bij elke cliënt verschillend. Als meneer De Vries zich niet meer zelfstandig kan wassen, help je hem hiermee. Misschien kan hij, in tegenstelling tot meneer Van Duin, zijn haren nog wel zelf kammen. Het haren kammen valt dan bij meneer De Vries dus niet onder de ADL-hulp en bij meneer Van Dam wel. Klinkt ingewikkeld, maar in praktijk valt dat wel mee.

10) MDO = multidisciplinair overleg

Bij mij was het altijd het toppunt van mijn stage als ik een paar cliënten mocht vertegenwoordigen tijdens het MDO. Zit je daar stoer aan tafel met al die artsen, diëtisten en psychiaters. Wat de afkorting betekende? Ik had lange tijd geen idee. Achteraf bekeken had ik het wel kunnen raden aan de hand van de diverse functies van de aanwezigen.

Dit was het dan: mijn lesje afkortingen ontleden. Nooit meer vergeten, hè? Ik weet zeker dat ik er nog een stuk of 20 ben vergeten, dus laat me in een reactie weten welk woord jij hier nog graag terug had willen zien!