Even lachen – 10 zorgblunders van studenten uit de oude doos

1. Heel herkenbaar!

‘Ik begon mijn ochtenddienst met het helpen van een cliënt bij het douchen. Halverwege liet ik de douchekop uit mijn handen glippen (sop + latex = erg glad). Deze midair ving ik netjes op, met de straal naar mijzelf gericht. Het resultaat: een zeiknatte broeder.’

2. Gespot bij de thuiszorg:

‘Ik was voor het eerst bij een cliënt bij wie de planner per ongeluk “douchen” op de planning had gezet. Toen ik binnenkwam zei ik tegen mevrouw: “Ik kom u helpen met douchen.” Daarop zei ze: “Als jij een douche kunt vinden, vind ik dat erg knap.” Het bleek dat ze helemaal geen douche had. Ze had alleen een wastafel en koud water waarmee ze zich al jaren waste. Ze woonde op een oude boerderij waar zelfs de kachel nog op gas werkte. Die moest één keer in de zoveel tijd worden bijgevuld in een tank in het weiland door een speciaal bedrijf.’

3. Iets vergeten?

‘Ooit ben ik vergeten een cliënt uit bed te halen, te wassen en aan te kleden. Aan het einde van de dagdienst zei een collega: “Ben jij niet iets vergeten?” De cliënt was ver in haar dementie, maar ik vergeet het nooit meer!’

4. Pantoffels in de zomer

‘Met pantoffels en al zette ik een mevrouw onder de douche. Gelukkig was het hartje zomer!’

5. Mail naar de praktijkopleider

‘Voordat ik aan de slag mocht op mijn stageplek moest ik een praktijkovereenkomst (POK) invullen en opsturen naar de praktijkopleider. Ik had in het onderwerp van de mail per ongeluk PIK neergezet en verzonden. Oeps…’

6. Je patiënt kijkt vreemd op als je…

‘Met een volle waskom in een gat onder de linoleumvloer stapt, struikelt en je patiënt een douche in bed geeft… Hij kon er na de eerste schrik wel om lachen.’

7. Je voelt het al aankomen…

‘Mijn eerste stage in het verpleeghuis: om mezelf voor te stellen deed ik de koffieronde langs de kamers. Er zaten ook chocolaatjes bij. Ik kwam bij een mevrouw op de kamer die nog in bed lag. Ik stelde me voor en na het inschenken van een kopje thee bood ik een chocolaatje aan. Mevrouw was verrukt: “Meestal hebben ze koekjes, maar ik ben gek op chocola.” Ik antwoordde: “Neem er dan maar twee, want op één been kunt u niet lopen.” Mevrouw keek mij vreemd aan en sloeg de deken weg. Ik kon wel door de grond zakken: mevrouw had nog maar één been. We hebben er achteraf heel hard om kunnen lachen, mevrouw zelf nog het meest.’

8. Nog zoiets:

‘Bij een bewoner was ik druk op zoek naar de tweede sok. Ik kon die maar niet vinden. Toen kwam ik erachter dat de beste man maar één been had. Gelukkig reageerde hij lief, maar ik had het liefst door de grond willen zakken.’

9. Zeefsteek

‘Ik werd eropuit gestuurd om een zeefsteek te gaan zoeken. Volgens de grappenmakers was die bedoeld om nierstenen uit de urine te zeven. Bij de eerste afdeling werd ik naar de volgende gestuurd en bij de volgende afdeling weer naar de volgende. Het duurde vier afdelingen voordat ik onraad begon te ruiken. Een lieve bejaardenverzorgster kreeg medelijden met me en vertelde dat dit een ontgroeningsgrapje was. De zeefsteek bleek niet te bestaan. Ze gaf me een kop thee mét een gebakje en zei dat ik gewoon moest doen alsof mijn neus bloedde en de laatste twee afdelingen ook nog even langs moest gaan.’

10. Uitgebreide toiletsessie

‘Ik heb wel eens per ongeluk iemand twee uur op het toilet laten zitten. Arm mens!’

Ik ben benieuwd of jij ook wel eens zo’n blunder hebt gehad. Laat het me weten in een reactie.