Stoppen met roken: waarom is dat toch zo moeilijk?

Ik ben er klaar mee. Die stank, het hoesten en de angst dat ik er later ziek van word. Ook al beschouw ik mezelf als gezelligheidsroker, het moet maar eens helemaal afgelopen zijn met die sigaretten. Daarom ging ik langs bij Wanda de Kanter en Pauline Dekker, beide longarts én ex-roker, schrijvers van het doe-boek ‘Nederland stopt met roken’ en oprichters van de Rookstoppoli.  

Lichamelijke en geestelijke afhankelijkheid

‘Iedereen kan stoppen!’ vertellen Wanda en Pauline me bemoedigend. ‘Maar vergis je niet, roken is de moeder der verslavingen, want verslavender dan heroïne en alcohol… Hoe dat komt? Doordat je lichamelijk én geestelijk afhankelijk van die sigaret bent.’

Verslaving: zo werkt het

‘Nicotine, één van de belangrijkste ingrediënten van tabak, is een verslavende stof,’ legt Pauline uit. ‘Tabaksfabrikanten hebben zelfs allerlei trucs bedacht om een sigaret nóg verslavender te maken. Binnen zeven seconden na je eerste trekje gaat er seintje naar het beloningssysteem in je hersenen. Acute bevrediging dus.’

Handeling + sigaret = pret

‘En dat prettige gevoel koppel je aan de handeling van dat moment; koffie drinken, borrelen, pauzeren, wandelen,’ vervolgt Wanda. ‘Simpel gezegd: alles wat je doet, wordt leuker met een sigaret. Een half uur na het roken, is het nicotinegehalte weer gedaald en ga je je onprettig voelen. Dus steek je er weer één op om dat fijne gevoel opnieuw te krijgen. En zo ga je de hele dag door, steeds hunkerend naar de volgende sigaret.’

Onbewuste hunkering

Oké, nu begrijp ik het. Van die lichamelijke verslaving ben je dus in drie tot vier weken af. Maar hardnekkiger is de geestelijke afhankelijkheid. Je brein houdt je namelijk constant voor de gek dat bij alle handelingen en gemoedstoestanden – stress, verdriet, blijdschap – waar je eerder bij rookte een sigaret nodig is. Die (onbewuste) hunkering, de combinatie van geestelijke en lichamelijke verslaving, is de reden waarom stoppen zo moeilijk is. Maar gelukkig niet onmogelijk!

Hulp nodig? Ga naar de Rookstoppoli!

Het is bekend dat als je écht wilt stoppen en je goed voorbereidt (lees dat boek; het heeft al tienduizenden mensen geholpen!), dat je dan een hele dikke, vette kans maakt dat het lukt. Kan je wel een beetje extra hulp gebruiken? Je kunt je huisarts vragen om een verwijzing naar de Rookstoppoli in het Rode Kruis Ziekenhuis te Beverwijk. ‘Stoppen doe je zelf, gestopt blijven doe je samen,’ is het credo van de rookstopcoaches daar. Met individuele én groepsbegeleiding krijg je dat benodigde steuntje in de rug en gaat het je deze keer wel lukken! Enige voorwaarde om mee te mogen doen: je moet het écht willen.