Roelien werkt als medewerker huishoudelijke dienst in het ziekenhuis: 'Hé toppertje, ben je er weer!'

Roelien

Schoonmaakster, zo wordt het beroep van Roelien vaak genoemd. Toch omvat het veel meer dan dat. Voor de rubriek bijzondere beroepen vertelt ze me over haar werk als medewerker huishoudelijke dienst. Overal waar ze komt brengt ze een glimlach, een kletspraatje en natuurlijk een omgeving die spic en span is. 

Wat houdt je werk precies in?

‘Mijn collega’s en ik zorgen ervoor dat alles schoon en hygiënisch blijft. Alle bacteriën gaan eraan in het belang van de patiënten en de medewerkers. Zelf werk ik bijna overal in het ziekenhuis. Van de operatiekamers en patiëntenkamers tot aan de verloskamers. Ik spreek op die manier patiënten en hun familie, maar ook dokters en alle type medewerkers. Op een pauzemoment sluit ik aan in de koffiekamers van de afdeling waar ik dan ben. Sommigen van mijn collega’s gaan stil in een hoekje zitten. Die hebben last van het feit dat sommige mensen neerkijken op ons werk. Als je in een hoekje gaat zitten en met niemand praat krijg je dat. Ik meng me ertussen en krijg dan ook hele andere reacties. “Hé toppertje, ben je er weer!”, roept een dokter dan. Dat vind ik een mooi compliment.’

Wat moet je goed kunnen om dit werk te doen?

‘Inzicht in wat er belangrijk is. Deurklinken meenemen, slotjes van kledingkastjes en andere dingen waar iedereen aan zit. Naast de wc en dingen waar iedereen wel aan denkt, is dat érg belangrijk. In de covid-tijd was die focus er nog extra en werden deurklinken, trapleuningen en andere oppervlakken waar mensen veel aan zitten om de haverklap gereinigd.’

Hoe ben je in dit beroep terechtgekomen?

‘Mijn zus werkte hier en dat wilde ik ook. Toen ik op mijn 17e van school kwam heb ik direct gesolliciteerd. Dat mijn zus een goede kracht was hielp denk ik wel bij mijn sollicitatie. In het begin wilde ik het één à twee jaar doen, maar ik ben in 2024 al 40 jaar in dienst.

In de begintijd mochten we op de kinder- en kraamafdeling ook baby’s flesjes en eten geven. Destijds mochten ouders nog niet de hele dag bij hun kindje zijn zoals nu. Dat wij hielpen voeden ontlastte de verpleging enorm. Zelf was ik ook in die levensfase met jonge kinderen, dus dat maakte het extra mooi. Tegenwoordig doen de ouders bijna alles zelf. Even een rondje om het hertenkampje met de kleintjes is ondenkbaar geworden. Toch doe ik het nog met plezier. Mijn collega’s maakten het zo leuk dat ik bleef. We hebben veel lol met elkaar. We doen het werk samen, lachen en kletsen onder werktijd wanneer dat gepast is. Het geeft me de aanspraak die ik zoek.’

Wat is het meest bijzondere moment dat je bij bleef?

‘Nou, dat ik op de verloskamer een vrouw vroeg of ze iets wilde eten en dat ik antwoord kreeg vanaf het voeteneind. Daar lag de moeder van de patiënt, ook onder de dekens. Het waren beide tengere vrouwen. Ze lagen met de voeten naar elkaar toe en die moeder veerde blij overeind met haar hoofd aan het voeteneind. Ik had haar niet gezien en schrok me rot!’

En aan de andere kant, wat is het engste moment dat je hebt meegemaakt?

‘Ik werkte ooit op een patiëntenkamer toen degene in bed ineens om hulp begon te roepen. Er sproeide bloed uit zijn mond. Een erge nabloeding. Die patiënt eindigde weer op de OK. Dat vond ik erger dan dat ik de hele kamer moest fatsoeneren. Zo’n uitdaging kan ik wel aan.’

Gebeuren er ook grappige dingen?

‘Nou, in de covid-periode werkte ik ook in een verzorgingstehuis van mijn werkgever. Daar hebben ze muren met fotobehang, van het bos bijvoorbeeld. Op een dag vroeg ik me af wat ik toch voor gekke plekken tegen de boomstammen zag. Toen bleek dat een oude man aldaar – die wel mobiel, maar niet meer helemaal helder was – zo’n boom gebruikte voor wildplassen.’

In hoeverre is je werk emotioneel zwaar? 

‘Tja, in een ziekenhuis gaan mensen nu eenmaal weleens dood. Het is me overkomen dat ik een kamer binnenstapte en de patiënt dood in bed lag. Dan roep ik snel de verpleging. Die zetten een bordje ‘niet storen’ neer en doen de verdere afhandeling. Ook op kinder- en kraamafdeling overlijden patiëntjes. Dan zie je verdrietige ouders en wat het met het personeel doet. Dat vind ik extra indringend. Maar ik kan dergelijke dingen wel hier laten en neem het niet mee naar huis.’

Dat kan ik me voorstellen, hoe ontlaad je na je werk?

‘Thuis maak ik net zo lief schoon. Ik ga eten koken, ruim alles op, doe een wasje. Mijn vriend zegt dan: “Jeetje wat heb jij toch altijd een energie.” Dat kost het mij echter niet, want ik vind het zo leuk. Als het me te zwaar wordt dan stop ik. Dat zie ik alleen voorlopig nog niet gebeuren. Ik vind het een uitdaging. Zeker op de OK, waar we veel orthopedieprogramma’s draaien. Dan ligt er allemaal water en bloed op de grond wat je weg moet zien te krijgen. Kom maar op.’

Is dit werk anders in het ziekenhuis dan op een andere plek?

‘Absoluut! Ik heb ook wel particulier schoongemaakt, maar dat vond ik niks. Je hebt dan minder eer van je werk. Je hoort maar van één persoon dat die er blij mee is. Het was voornamelijk opruimwerk; ze lieten alles slingeren. Bovendien zijn mensen er vaak zelf niet als jij in hun huis werkt. Dan mis ik echt de aanspraak, want ik praat best graag.’

Colofon: FloorZorgt is jouw online zorgmagazine! Op dit moment lezen 80.000 unieke zorghelden mij maandelijks. Door middel van inspirerende blogs, relevante producten (kijk snel in mijn webshop!) mooie artikelen en zorgnieuws houd ik jou op de hoogte van alle ontwikkelingen in de zorg. Heb je mijn mobiele app al gedownload en volg je mij al op Facebook, Instagram of Linkedin? Wil je adverteren? Stuur me dan een mailtje en ik neem z.s.m. contact met je op of bekijk de mogelijkheden alvast hier. Ook ik maak weleens een foutje ;-) Heb je er één gezien? Mail het me. Ik ben je dankbaar! 

You have already unliked it!