Het is tijd om deze 10 foute ziekenhuistermen meteen te dumpen

1) Kamer 1

Patiënten, het zijn net mensen. Noem ze dus liever niet naar hun kamernummer, als in: ‘Kamer 1 belt al voor de honderdste keer!’

2) Bedpan

Het is voor de gemiddelde patiënt al een uitdaging om te poepen op bed, met alleen een gordijntje tussen de buurman en hemzelf. Geef hem dan in elk geval niet het gevoel dat hij zijn behoefte in kookgerei zit te doen.

3) Een opendichtje

Populair onder chirurgen, deze term voor patiënten die eenmaal opengesneden eigenlijk onbehandelbaar blijken en dus maar weer dichtgenaaid worden. Onverrichter zaken. Je zult maar een opendichtje zijn.

4) Spuitje

Een spuitje krijgen, dat klinkt toch net iets teveel als die hond die naar de dierenarts ging en nooit meer thuis kwam.

5) Orga...wat?

‘Het is organisch’, hoor je regelmatig om je heen in het ziekenhuis. Alleen: weet er daadwerkelijk iemand wat dat precies betekent? Het klinkt wel lekker biologisch, ofzo.

6) Helpen

‘U wordt morgen geholpen, mevrouw’, zeggen we tegen de patiënt die morgen een preventieve borstamputatie van een gezonde borst moet ondergaan. Au.

7) Toeters en bellen

Het klinkt bijna gezellig, ‘toeters en bellen’. De familie van die instabiele IC-patiënt denkt daar misschien een tikkie anders over.

8) Bekend zijn

Neem je een anamnese af en vraag je of iemand ‘bekend is met…’ (astma, hoofdpijn, zweetvoeten), dan mag je hopen dat het antwoord ‘ja’ is. Hij zal er op z’n minst eens van gehoord hebben. Maar of de patiënt het zelf ook daadwerkelijk heeft?

9) Op de kap

Die hele benauwde patiënt ‘op de kap nemen’: je collega’s op de afdeling snappen precies wat je bedoelt. Maar veel mensen hebben hier toch echt andere beelden bij. Iets met seks en een auto.

10) Kracht

Vandaag gaan we eens even alle ‘patiënten in hun kracht zetten’. Het zijn namelijk slappelingen waarbij we gewoon ergens in het lichaam op een knopje kunnen drukken: ‘Kracht ON’. Of zou het toch iets ingewikkelder zijn?

Welke term wil jij nog aan dit rijtje toevoegen?